Useful Dutch words in daily life

seekzzh included in Life

2020-11-08 321 words 2 minutes - views

Contents

House words

Dutch	English
gemeubileerd	fully furnished¹
gestoffeerd	partly or soft-furnished²
kaal or ongemeubileerd	unfurnished or bare³
de makelaar	real estate agent
te koop	to buy
te huur	to rent
beschikbaar	available
verkocht	sold
de vraagprijs	the asking price
de wijk	neighborhood, district
de buurt	neighborhood, area
het huis	house
het flatgebouw	apartment house
de flat / het appartment	apartment
de eenkamer / tweekamerflat	a flat with 1 / 2 rooms
de eengezinswoning	a single-family home
aantal slaapkamers	quantity, number of rooms
de tuin	garden
de verwarming	heating
de parkeerplaats	parking lot
de keuken	kitchen
de slaapkamer	bedroom
het toilet / de wc	toilet
de badkamer	bathroom
de inventarislijst	the inventory list
de waarborgsom	deposit, guarantee
de huurder	the tenant, the renter
de verhuurder	the landlord/landlady
de huurprijs	the rental price
de huurperiode	rental period
minimale huurperiode	minimum rental period
de ingangsdatum	the effective date (for moving in)
de einddatum	end date, moving out date
de periode van	a period form
betaalperiode	paying period
prijsklasse	price range
stoffering	furniture
kaart en streetview	map and street view

The house may have everything from pots and pans to a dishwasher. It is recommended to ask for an inventory list. ↩︎
There will usually be flooring, window coverings, celling lights and/or major kitchen appliances ↩︎
This means no flooring, window covering, light fixtures, etc. ↩︎